Dromerig, onnadenkend of juist gehaast bewandel je de kaarsrechte paden van de kern van onze consumptie maatschappij. Misschien wel drie, vier of slechts één keer per week bezoek je onze bron van leven: de supermarkt. Of het nu de Albert Heijn, Jumbo of Lidl is, zonder supermarkten zouden de meeste mensen niet weten hoe ze zichzelf in leven moeten houden. Dat was een paar honderd jaar geleden wel anders, toen wist elke man hoe hij het veld moest bewerken en toen wist elke vrouw hoe ze een brood kon bakken. Het is niet verwonderlijk dat we nu nauwelijks meer zelf ons eigen eten kunnen maken, een groot deel van wat er in de supermarkt ligt, is gefabriceerd in fabrieken. Op zich is dat niet eens zo heel vreemd, aangezien onze kapitalistische maatschappij gericht is op het maken van winst. Dat doe je door zo goedkoop mogelijke producten te verwerken en in de fabriek kan je vaak iets goedkoper maken dan als je het van het land moet halen. Zo is margarine is veel goedkoper dan roomboter en is sojalecitine een stuk goedkoper dan koeienmelk. Omdat we zo gewend zijn om in de winkel alles te kopen wat ons hartje begeert, letten er we helemaal niet meer op wat we nu eigenlijk kopen. Heb je ooit wel eens op het etiket voedingsmiddel gekeken wat er nou eigenlijk in zit? Als je dat eens doet, dan zal het je verbazen hoeveel ingrediënten er in iets simpels als bijvoorbeeld vla zit. Heb je wel eens gehoord van aspertaam? Weet jij waar dat groeit? Ik niet. Of neem E354, in welk continent groeit dat? Zo zijn er enorm veel ingrediënten op de etikettering van levensmiddelen waarvan de consumenten geen idee hebben wat het is. Eigenlijk weet je zo ook niet wat je binnenkrijgt. Al die moeilijke namen en E-nummers zeggen ons weinig, maar omdat het lekker is, eten we het gewoon. Stoppen met naar de supermarkt gaan, is een beetje te heftig. Maar kijken wat er in je eten zit, is een mooi begin. |
https://coding.koenig-bauer.com/nl/ |